christajohankurtnaarcanada.reismee.nl

Dag 13 - Van Missoula naar Yellowstone

Eindelijk Yellowstone!

We reden om 9 uur weg uit Missoula en waren om kwart voor 3 in Yellowstone. Best vlot, maar toch waren we behoorlijk gesloopt van de rit. We gingen gelijk sightseeing doen. We waren via de westingang binnengekomen en verbleven de eerste en tweede nacht in het zuiden van het park, op loopafstand van de Old Faithful geiser. We bekeken daarom eerst maar wat dingen tussen de westingang en onze slaapplek.

We waren zwaar onder de indruk van alles wat we zagen. Overal kwam rook uit de grond! (stoom natuurlijk) en het rook behoorlijk naar zwavel op veel plekken. We reden de hoofdweg af (die in een ‘8' door het park loopt) en stopten hier en daar. Omdat Yellowstone voor een groot deel ligt in de krater van een hele grote vulkaan die 650.000 jaar geleden is uitgebarsten, is de grond hier op veel plaatsen niet meer dan een dunne korst. Je wordt dus bijna overal over houten ‘boardwalks' geleid. We zagen overal stoompluimen uit de grond komen, bubbelende loeihete waterbronnen, spiegelgladde bronnen waarbij het water allerlei verschillende kleuren kon hebben, van helderblauw tot diepbruin, soms wel 5 kleuren in één bron. We zagen al wat kleinere geisertjes spuiten en pruttelende en spugende modderpoelen. Kurt gilde van verrukking toen hij die ontdekte. Overal siste, borrelde en stoomde het in de grond. We liepen voortdurend door dikke stoomflarden en vielen van de ene verbazing in de andere.

Moe van alle indrukken reden we tegen vijven naar onze cabin. De Old Faithful area is echt het kloppend hart van dit deel van het park. Het was dan ook echt over de hoofden lopen. We gingen eerst nog even bij het visitor centre kijken en zagen dat direct daar achter de Old Faithful geiser lag en dat die op het punt stond om te gaan spuiten (dat stond op een bord in het visitor centre). Er zijn een stuk of zes geisers waarvan ze de spuittijden voorspellen, en met welke marge je de voorspelling moet nemen. Vroeger kon je de klok er bij de Old Faithful op gelijk zetten dat die elk uur spoot, maar sinds een aardbeving is dit nu of om het uur, of om de anderhalf uur, afhankelijk van hoe lang de laatste uitbarsting was. Met een marge van 10 minuten kan dan voorspeld worden wanneer de Old Faithful precies gaat spuiten. Dankzij de Old Faithful heeft elke bezoeker de kans om een geiser in werking te zien. En wij konden 5 minuten na onze aankomst voor het eerst de Old Faithful zien spuiten, samen met honderden andere mensen die rondom de geiser op bankjes hadden zitten wachten. De uitbarsting duurde maar zo'n 3 minuten, maar wat ontzettend indrukwekkend om te zien!

We checkten in onze eenvoudige cabin in, zonder douche en toilet maar wel met een mooi uitzicht op een riviertje. Wel met een luchtje eraan, want langs het riviertje walmden wat zwavelhoudende bronnen. Het was koud en regenachtig en we gingen lekker eten in de cafetaria in de Old Faithful Lodge. Het was een zelfbedieningsrestaurant, maar prima eten. We kregen er tenminste weer eens groente. Tijdens het eten hadden we een plek met uitzicht op de Old Faithful geiser uitgezocht en zagen deze nog een keer spuiten. Helemaal total loss gingen we vroeg naar bed.

Ga naar Dag 14

Dag 12 - van Glacier NP tot Missoula

Dag 12 - van Glacier NP naar Missoula

Gisteren voor het slapen gaan hebben we ons nog vergaapt aan hoe donker het was buiten het hotel en hoeveel sterren er aan de hemel stonden. Het was een wat onrustige nacht, de wind gierde langs het hotel en het meer klotste vervaarlijk onder ons raam. We waren om 7 uur op en om 9 uur begonnen we aan een wandeling rond het Swiftcurrent Lake dat voor het hotel lag, waar 2-3 uur voor stond. Wij deden het in een uur, want we hadden nog een lange dag voor de boeg! Het was een mooie wandeling waarbij we onder meer door velden vol met prachtige wilde bloemen kwamen.

Om 10 uur reden we het park uit en weer in bij de St Mary ingang, omdat ons hotel en het Many Glacier deel van het park aan een aparte ingang lag. Daar was ik me bij het boeken niet van bewust, want dit was toch wel een kilometer of veertig omrijden. Maar goed. Om een uur of half 11 reden we de Going-to-the-Sun weg op die van oost naar west door het Glacier NP loopt. Het leidt eerst door bossen, dan over een bergpas en dan weer door bossen en langs een meer.

Kurt had het helemaal gehad met wandelen. Ik had nog een wandeling bij de pas willen doen om mountain goats te zien, maar Kurt zag het helemaal niet zitten. Omdat we ook nog best een lange dag te rijden hadden hebben we het dus maar links laten liggen. Gelukkig was er één mountaingoat zo vriendelijk om even naar beneden te komen. Ik heb hem alleen niet van zijn beste kant op de foto.

We lunchten bij Lake McDonald, waar Kurt zelfs nog ging zwemmen. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot zo'n 25 graden.

Na een tijdje reden we verder en verlieten het park, op weg naar onze camping in Missoula, nog ongeveer 2,5 uur rijden (hoewel onze TomTom stug volhield dat het nog 4 uur was). We reden een heel stuk langs het enorme Flathead Lake. Het werd warmer en warmer onder een strakblauwe hemel, de temperatuur liep op tot 35 graden. Eindelijk lekker warm! Om kwart over vier kwamen we aan bij onze KOA. Ik had een cabin met airco geboekt, niet wetende dat het zó warm zou zijn. Binnen een half uur lagen we in het zwembad en kregen daar anderhalf uur lang het echte ouderwetse vakantiegevoel. Dat hadden we even nodig na een paar drukke reisdagen.

Er was geen restaurant op de camping en we hadden geen zin meer om nog weg te gaan. Dus we kamden we kampwinkel uit op zoek naar iets makkelijks dat toch lekker is. Het werden worstjes, hotdogbroodjes en cupjes met redelijk vers uitziend fruit.

Ga naar Dag 13

Dag 11 - Van Calgary naar Glacier NP (Montana USA)

De volgende ochtend werden we getrakteerd op een heerlijk ontbijt van crèpes, de specialiteit van de heer des huizes, met allerlei lekkers erbij.

Rond half 12 gingen we op pad richting Amerikaanse grens, voorzien van een heerlijk lunchpakketje van bagles en blueberries. Het was een stralend zonnige dag, bijna geen wolkje aan de lucht. Op onze route door de prairies van Zuid Alberta liep de temperatuur zelfs op tot 30 graden. Lisette en haar man hadden ons getipt om te stoppen in Head Smashed in Buffalo Jump. Hier is een klif waarover indianen vroeger één keer per jaar een complete kudde bizons de dood injoegen om eten voor de winter te hebben. De naam van de plek slaat op een jonge krijger die het schouwspel van beneden af wilde zien en zich onder een uitstekende rots had verschanst. Hij had er alleen geen rekening mee gehouden dat er zoveel bizons over de rand van het klif gejaagd werden dat hij klem kwam te zitten tussen de rots en de lichamen van de beesten. Ze vonden hem later terug met een geplette schedel.

Het was een mooi opgezet museum, gebouwd tegen het klif. Je begint met het kijken naar een film van 15 minuten waarin je ziet hoe het opjagen en over het klif drijven van de bizons in zijn werk ging en hoe ze het 5500 jaar geleden al deden. Vervolgens kon je via de bovenste verdieping naar buiten wandelen en de plek zien waar het allemaal gebeurde. Daarna daalde je in het museum af en werd er van alles rondom de bizonjacht en het leven van de indianen getoond. Het was erg leuk om hier een dik uur rond te brengen. Je kon ook nog naar de onderkant van het klif wandelen, maar we moesten weer verder.

We reden in zo'n 2 uur door naar de Canadees- Amerikaanse grens, waar best een lange rij stond.

Toen we aan de beurt waren ging het er allemaal heel vriendelijk aan toe. We moesten de auto parkeren en in het kantoor formulieren invullen. We deden er in totaal 50 minuten over om erlangs te komen. Maar toen waren we ‘back in the USA'. We waren al snel bij Glacier National Park, dat we via de ingang ‘Many Glacier' inreden. Na het kopen van de parkpas waren we snel bij ons Many Glacier hotel. Een prachtig oud en statig hotel aan een meer. Onze kamer had een balkon met uitzicht op dat meer. Zo prachtig!

Het hotel is een beetje vergane glorie, maar ze zijn nu volop aan het renoveren. Gelukkig niet in het weekend, en vandaag is het zaterdag. Het was heerlijk om na de autorit even lekker in het zonnetje op ons balkon te zitten en te genieten van het weidse uitzicht op het meer en de gletsjers eromheen. We gingen lekker eten in de dining room met uitzicht op de ondergaande zon. Op weg naar de dining room kom je door een lange gang waar allemaal foto's hangen van Glacier toen (het hotel werd gebouwd in 1904) en nu. Je ziet er heel duidelijk dat de gletsjers zich terugtrekken. ‘Many Glacier' zou eigenlijk ‘not so many glaciers anymore' moeten heten. Nu gaan we ons nog even verdiepen in de wandelingen die we hier morgen willen gaan doen, voordat we doorrijden naar onze tussenstop op weg naar Yellowstone.

Ga naar Dag 12

Dag 10 - Van Canmore naar Calgary

Een beer tegen het lijf gelopen!

Na heerlijk uitgeslapen te hebben checkten we uit bij ons heerlijke appartement in Canmore en gingen naar Grassi Lakes, net ten zuiden van Canmore. Daar was een populaire wandelroute min of meer de berg op, die naar 2 meertjes en een indianenrotstekening leidde. Omdat het een heel drukke route was, vond ik het wat overdreven dat Johan de bearspray weer meenam en de beerbel aan de rugzak hing. Hoewel, er stond een kilometer of twee eerder wel een waarschuwingsbord dat er een beer in het gebied was. Dus misschien toch wel verstandig.

We konden kiezen uit een makkelijke en een minder makkelijke route. We kozen de laatste en klauterden over smalle paadjes en over rotsen naar boven, af en toe langs afgronden.

Maar zo hadden we wel prachtige uitzichten over Canmore en een mooie waterval.

Boven waren twee mooie blauwe meertjes en klommen we nog verder naar de rotstekening, die heel erg klein bleek te zijn. Daarboven waren ook de perfecte rotsen voor klimmers, met verticale wanden met veel gaten erin. Was leuk om een tijdje naar die klimmers te kijken. Het was heerlijk zonnig. Kurt speelde vervolgens nog wat met steentjes en water bij een van de meertjes.

We liepen over de makkelijke weg terug, een breed gravelpad. Het was er best druk. Toen we bijna beneden waren kwamen we mensen tegen die zeiden dat ze zojuist een black bear gepasseerd waren, die op het pad zat. Slik! Wat nu? Teruggaan was niet echt een optie. Eromheen ook niet, het bos was te dicht. We moesten er dus langs. Maar het is toch heel anders wanneer je niet veilig in een auto zit en een kind bij je hebt. We liepen voorzichtig verder en zagen de beer al snel op het pad, zo'n 75 meter bij ons vandaan. Johan pakte uit voorzorg vast de bearspray in de hand en ik verwisselde snel de lens van de camera voor de telelens en maakte een paar foto's.

Vervolgens begonnen we luidruchtig pratend en al ‘bearbellend' het pad richting beer af te lopen. De beer keek verstoord op en leek eerst te aarzelen, maar liep toen - het leek wel mopperend - van het pad af het bos in. Hij keek nog een paar keer om, bleef nog even staan kijken en verdween toen tussen de struiken. We voelden ons wel een klein beetje schuldig tegenover andere mensen die de beer niet hadden gezien, maar we wilden toch veilig passeren. We waarschuwden iedereen die we tegen kwamen dat ze een beer tegen het lijf konden lopen, en ze reageerden allemaal uitgelaten. Kennelijk zijn wij wat banger aangelegd. Laten we het op voorzichtig houden. Toen we even later bij de auto nog een boterhammetje zaten te eten, zagen we de beer verderop nog de weg oversteken. Er renden gelijk 20 mensen met camera's achteraan.

Wij vonden het wel een heel spannende en bijzondere ontmoeting die we daar totaal niet verwacht hadden! Opgetogen en ook wel opgelucht dat het goed was gegaan vertrokken we naar Calgary. Binnen 2 uurtjes waren we er. Het was erg leuk om Lisette na heel veel jaren weer te zien en haar gezin te ontmoeten. We hadden geen kind aan Kurt, die ging lekker wii-en en nintendo-en met de zoon en dochter van Lisette. De tijd vloog voorbij, voor we het wisten was het 12 uur en hoog tijd om naar bed te gaan.

Ga naar Dag 11

Dag 9 - Banff/ Canmore

Rustig dagje in Banff

Wat een heeeeerlijk bed hebben we hier.. maar eens lekker uitgeslapen. Een lekker omeletje voor het ontbijt gebakken en daarna op pad gegaan, weer naar Banff. We gingen eerst naar een ‘riverfloat' bedrijf waar we een middagtour reserveerden. Daarna wat wandelen door een moerasgebiedje bij de ‘Vermillion Lakes', een trail van een half uurtje. We zagen hier hele grote spechten met een rode kuif, type Woody Woodpecker. Die beesten zijn echt enorm! Vervolgens wilden we naar een ander wandelgebied vlakbij de Cave en Basin Hotsprings, maar de weg hiernaartoe was afgesloten. We gingen toen eerst maar een broodje eten in het park van Banff en bekeken daarna veel opgezette beesten in het Banff museum of natural history. Was best heel leuk, alle beesten die je tegen zou kunnen komen waren daar. Heel leerzaam. Grappig ook om op oude foto's daar te zien hoe de collectie van dat museum sinds 1904 nauwelijks veranderd was.

We waren daar wel een uurtje zoet. Daarna moest Kurt natuurlijk weer plassen. Openbare toiletten zijn echt een fenomeen hier, die vind je bijna op elke straathoek. Het toilet waar Kurt naartoe moest lag naast een park dat begin vorige eeuw een dierentuin was. Ze vingen allerlei wilde dieren uit de omgeving en lieten ze daar aan het publiek zien. In de jaren 30 vond men dat toch een beetje achterhaald en werden de dieren vrijgelaten of naar andere dierentuinen overgebracht. Je ziet nog heel goed waar sommige kooien hebben gestaan.

We moesten nog wat tijd doden tot onze riverfloat tour begon, dus gingen we nog wat t-shirts voor Johan kopen op Banff Avenue, de centrale straat waar alles te doen is, en een ijsje halen bij Cow's, want daar schijnen ze heel lekker te zijn. Inderdaad was het heerlijk, vooral de hoorntjes die ze er elke dag zelf vers bakken.

Toen was het eindelijk tijd voor de riverfloat. We gingen met een man of 20 in een groot rubberen raft en dreven vervolgens 3 uur lang de Bow River af. Het was de bedoeling dat we veel beesten gingen zien, maar afgezien van wat zwaluwen vingen we bot. Het was wel een relaxte trip, maar was toch echt leuker geweest met wat zichtbaar wildlife langs de kant!

Omdat het al tegen zevenen liep haalden we soep en kaasbroodjes bij de Safeway en toen moest er natuurlijk nog gezwommen worden! Morgen gaan we waarschijnlijk nog een wandeling hier bij Canmore doen en daarna op naar Calgary, naar Lisette! Dat wordt voorlopig even onze laatste overnachting in Canada, over ruim een week zijn we weer terug.

Ga naar Dag 10

Dag 8 - Van Lake Louise naar Canmore

Ontmoeting met drie grizzlyberen!

We hadden onze wekker om 7 uur gezet, want als we niet vroeg vertrokken zouden we nergens meer kunnen parkeren. Ik bakte weer pancakes en om half 9 zaten we in de auto. We reden eerst naar Lake Louise, dat bekend staat als een van de mooiste meren van de Rockies. Het was erg bewolkt en het meer lag er daarom iets minder fotogeniek bij, maar het bleef mooi. Azuurblauw water, mensen vragen de Canadezen wel eens welke chemicaliën ze erin gooien om het zo blauw te krijgen. Maar het komt dus door een gletscherafzetting waardoor het die kleur krijgt. Het is echt zwembadblauw.

We bleven maar kort bij Lake Louise, omdat we wilden gaan kanovaren op Lake Moraine, zo'n 20 minuten rijden. We reden net weg van de parkeerplaats toen we een tourbus met de alarmlichten aan stil zagen staan. Dat is meestal een teken dat er... ja! Vijftig meter van onze auto liep een moeder grizzlybeer met twee jongen! Wauw!!!

Niet verwacht dat we die echt gingen zien! Zeker niet op wat zo'n beetje de drukste plek van de Canadese Rockies is. Er stond in no time een rangerauto bij om het publiek op afstand te houden. We hadden genoeg tijd om de telelens te pakken en wat foto's te schieten. Onze dag kon niet meer stuk, en het was nog maar 10 uur.

Lake Moraine was minstens zo mooi als Lake Louise. Het beeld van dit meerhad ik al maanden op het bureaublad van mijn werklaptop staan als voorpret en nu gingen we het echt zien! We beklommen eerst de Rock Pile, een stenen heuvel vanwaar je mooi uitzicht hebt over het meer. Wel jammer voor de foto's dat er wat wolken laag hingen.

Terwijl we omhoog liepen schoten er twee beestjes voor onze voeten langs. We dachten eerst dat het twee spelende eekhoorns waren, maar het bleek één eekhoorn te zijn die voor zijn leven rende omdat er een wezel achter hem aan zat. Het is hier echt net een dierentuin!

Vervolgens gingen we een uurtje kanovaren op het meer. Tenminste, dat was de bedoeling, want na een half uur peddelen moest Kurt plassen. En dat gaat toch echt heel moeilijk in een kano, dus braken we het tochtje maar voortijdig af.

We stapten weer in de auto en koersten richting Bow Valley Parkway, een alternatieve route naast de officiële snelweg richting Banff. Je kunt daar heel veel wildlife zien, maar midden op de dag is de kans wat minder groot. We zagen dus niks behalve mooie natuur. Omdat het regende aten we een broodje in de auto. We sloegen een bezoek aan Johnston Canyon over, omdat we eergisteren al uitgebreid een canyon met water hadden bezocht en we zagen ook dat debezoekers er waarschijnlijk zo'n beetje met de benen buiten hingen, zoveel auto's stonden er geparkeerd. Na een uurtje kwamen we aan in Banff. Gezellig druk stadje met veel winkels en veel toeristen. Daar gingen we eerst naar het Visitor Centre, haalden wat info en gingen even zitten in een bioscoophoekje om een film over de geschiedenis van Banff te bekijken. Het begon allemaal met een paar mannen die voor de railroad werkten en die een heetwaterbron ontdekten. Dat trok een hoop bezoekers. Na een paar jaar werden de bronnen onteigend/ opgekocht door de Canadese regering en er werd een Nationaal Park van het gebied gemaakt.

We vonden het nog wat te vroeg om naar ons hotel te gaan, dus gingen we nog even met de gondel de Sulphur Mountain op. Daar kwamen we weer een beest tegen dat we nog niet hadden afgestreept: een hoary marmot oftewel een bergmarmot. Je kon daarboven wat rondwandelen en genieten van de uitzichten over Banff en de bergen eromheen.

Daarna reden we naar Canmore, waar we de komende twee nachten slapen in het luxe Stoneridge Resort. We deden eerst nog uitgebreid boodschappen bij de Safeway, die we nog kennen van onze reis naar de VS. Wat heerlijk dat je er precies dezelfde dingen kunt vinden. We gingen dus naar huis met een lekkere kant en klaar gebraden kip.

Ons appartement was zoals we verwacht hadden: heeeerlijk luxe. Een grote keuken met bar waar je aan kunt eten, een giga douche (waar Johan nu onder staat), een apart bad (waar Kurt nu in ligt) en een aparte slaapkamer met kingsize bed. Vanaf het balkon met bbq heb je uitzicht op het zwembad. Maar wat ook heel fijn is, is dat we een inroom laundry hebben en dat is na een week wel nodig!

Kurt en Johan in het zwembad.

We gaan zo lekker eten en plannen maken voor morgen. Wel zin om weer wat te wandelen, want het begint weer te kriebelen!

Ga naar Dag 9

Dag 7 – Van Jasper naar Lake Louise

Een natte Icefield Parkway

Uitgeslapen tot half 9! Snel ontbeten en spullen ingepakt en om kwart voor 10 onderweg. Vandaag stond 280 kilometer snelweg op de agenda, maar met heel veel stops onderweg waar iets te zien is. Vandaag reden we de 'Icefield Parkway', ook wel de mooiste snelweg van Canada genoemd. We reden eerst binnendoor over de alternatieve weg 93A naar de Athabasca Falls. Het begon te regenen en met onze regenjassen aan bekeken we de waterval. Hij was behoorlijk indrukwekkend, wat een donderend geweld. Het schijnt dat er eens in de zoveel tijd ook wel een roekeloze toerist in valt die niet achter de hekjes is gebleven. Een val in dat water overleef je gegarandeerd niet.

De volgende stop was de Athabasca Glacier op de ‘Columbia Icefields'. Een ijstong die tot aan de snelweg loopt en waar een heen toeristencircus omheen is gebouwd.

Het stortregende inmiddels, dus we beperkten ons tot een stop in het bezoekerscentrum waar we een expositie bekeken over de geschiedenis van de gletscher. Je kon ook met een speciale bus de gletscher op, maar gezien het weer en de prijzen lieten we dat maar aan ons voorbij gaan. We reden door en stopten bij Parkers ridge. Ik had gelezen dat je vanaf de top van de berg daar de Saskatchewan gletscher kon zien en dat je er kans had mountain goats tegen te komen. Je moest dan wel 2 1/2 kilometer de berg op lopen. We aten eerst een boterhammetje in de auto, want het regende nog steeds. Toen gingen we naar boven met jassen en truien aan. Ongeveer elke 10 minuten ging er wat uit, het was weer droog en de zon was gaan schijnen. Na zo'n 45 minuten waren we op de top. Het was er schitterend. Prachtige alpenweides met allerlei kleuren bloemen. Maar het mooiste was het zicht op de Saskatchewan gletscher. Die gletscher vonden we veel mooier dan die langs de snelweg, en hij eindigde in een helblauw gletschermeer, die op zijn beurt weer overging in een rivier. Echt prachtig.

Na zo'n 2 uur zaten we weer in de auto. De volgende stops waren Peyto Lake en Bow Lake, die erg mooi moesten zijn. Maar inmiddels stortregende het. We geloofden het wel, we zouden nog wel meer meren zien en reden door naar Lake Louise.

We checkten in bij de Lake Louise Inn waar we een economy room hadden geboekt. Tot onze verbazing kregen we niet de meest eenvoudige kamer maar een appartement waar 8 personen konden slapen! Met een keuken, 2 badkamers, open haard en 2 aparte slaapkamers! Wauw... we zijn er nog steeds stil van. We zijn gelijk maar even boodschappen gaan doen zodat we lekker in ons appartement kunnen eten. Wel makkelijk, we haalden iets in de deli dat we alleen maar op hoeven te warmen in de magnetron. Maar het scheelt toch weer dat we niet uit eten hoeven, want alles is hier zoooo duur.

Natuurlijk moest Kurt even zwemmen, dus ik ben met hem meegegaan terwijl Johan even zijn ogen dicht deed. Nu zitten we lekker schoongedoucht aan de borrel baseball te kijken op tv. We twijfelden nog even of we alvast Lake Louise zouden gaan bekijken, maar ik denk dat we gewoon gaan relaxen vanavond! En nu ga ik checken of internet hier werkt! - Ja, het werkt, dus hier is eindelijk weer een verslag.

Ga naar Dag 8

Dag 6 – Jasper NP

Mooi weer en meer beesten!

Gisteravond na het eten bij Earls (lekker) nog even een stukje met de auto gereden in de hoop nog wat wilds te spotten. Het was half 9 en we hadden nog wel een tijdje daglicht. We reden richting Maligne Lake over een stille weg zonder doorgaand verkeer. Al snel zagen we twee auto's langzaam rijden. Ze waren een klein beest aan het volgen, het leek op een vos maar was waarschijnlijk een coyote.

Het beest liep kilometers over de weg en die auto's bleven er maar achter rijden. Uiteindelijk konden we zonder het beestje te overrijden inhalen. We reden langs Medicine Lake waar de zonsondergang mooi boven te zien was.

Maar we spotten geen beesten meer, dus reden we terug naar Jasper. Daar troffen we weer een hondachtig beest aan, die echter te snel was voor de camera. Hij was grijs en niet zo groot, Johan was ervan overtuigd dat het een wolf was en daar leek het ook wel heel erg op, maar het kan ook best weer een coyote geweest zijn. We zullen het wel nooit weten. Even verderop moesten we vol in de remmen voor een hert dat op haar dooie gemak de snelweg overstak. Toen we later nog een zijweggetje bij de camping inreden stond er weer een hert in de berm op 2 meter van onze auto, in vol ornaat en met een gigantisch gewei mooi te poseren voor ons.. maar de camera vond dat het inmiddels te donker was om te fotograferen en weigerde dienst. Nouja, we krijgen er nog wel genoeg te zien denk ik, vooral in Yellowstone.

De stand tot nu toe: 1 zwarte beer, 5 herten, 1 coyote en 1 coyote/wolf twijfelgeval en een hele rits eekhoornachtigen.

Vandaag gingen we na een snel en simpel ontbijt van chocopops, muesli en thee op weg naar Maligne Lake, het grootste meer van Canada. Het was een dik half uur rijden en het was heerlijk zonnig met een blauwe lucht. Het meer was prachtig, je kon er een boottour doen of boten huren, maar wij kozen ervoor gewoon een wandeling te maken langs het meer in het zonnetje.

We vermaakten ons wat met steentjes in het water gooien en maakten foto's van herten die vlak voor onze neus opdoken. Na een klein uurtje gingen we terug naar de auto, nadat we lunch in het restaurant hadden gekocht. We reden een stuk en kwamen weer in een kijkfile. Dit keer ging het om een familie bighorn sheep, die hadden we nog niet gezien.

Na een paar foto's reden we nog wat door en parkeerden we bij een lege picknickplaats langs een rivier. Zodra we aan kwamen lopen werden we uitbundig begroet door een heel stel grondeekhoorns die op ons afrenden om te zien of we wat te eten bij ons hadden. Het waren net fluffy muggen, zo opdringerig waren ze. Ze liepen gewoon langs je benen omhoog. Natuurlijk gaven wij ze geen eten, maar de mensen die na ons stopten begonnen gelijk met chips uit te delen, want die beestjes waren toch zo schattig. Tsja..

Na de lunch reden we een klein stukje door naar Maligne Canyon. Deze canyon is op de ene plek wat breder en dan weer heel smal en er kolkt een riviertje doorheen. We konden een heel stuk van de canyon volgen. We begonnen hoog en zagen de rivier in de diepte, daarna daalden we verder af tot rivierniveau. Af en toe gingen we met een brug over het water. Kurt vond het helemaal geweldig.

We liepen een trail van zo'n 3 kilometer, maar het laatste stuk ging steil omhoog door een stuk bos. Kurt had zijn beerbel niet bij zich, dus we praatten wat harder om geen beren op te schrikken. Maligne Canyon wordt erg druk bezocht door toeristen, maar dit was toch wel een stil stukje. Na een half uurtje waren we er bijna doorheen toen we een vrouw tegenkwamen die zei dat er verderop een beer was gesignaleerd. We liepen een stukje door (teruggaan was niet echt een optie omdat we er bijna waren) toen we een ranger tegenkwamen die vroeg of wij een beer waren tegengekomen. Niet dus. Vervolgens liep hij met afzetlinten in de richting waar wij uit kwamen. Hmm... dat was gelukkig goed gegaan. Hoewel we toch ook wel een beer hadden willen zien om op de foto te zetten.

We reden terug richting Jasper , maar na vijf minuten was daar weer een kijkfile. En ja hoor, eindelijk konden we een zwarte beer vastleggen die lekker zat te snoepen in de berm van een struik met rode besjes. We maakten snel een foto en reden toen door om plaats te maken voor anderen.

We kochten in Jasper wat in voor de bbq 's avonds en reden naar de Jasper Tramway vlakbij onze camping. Deze kabelbaan gaat naar de top van de Whistler berg, die zo heet vanwege de marmotten die er wonen en die een fluitend geluid maken. Maar bij de kaartjesverkoop zeiden ze dat we 3 kwartier moesten wachten tot we naar boven konden, dan zou het al half 5 zijn. Dat werd ons wat te laat en we waren ook best moe. We gingen terug naar de camping en gingen lekker douchen, eten en een vuurtje stoken. Lekker in een t-shirtje dit keer, want het was nog rond de 20 graden. Er kwam nog een hert voorbij onze tent sjouwen, het begint nu echt gewoon te worden.

Morgen rijden we via de Icefield Parkway, wat bekend staat als de mooiste snelweg van Canada, naar Lake Louise waar we weer eens lekker in een hotel met zwembad overnachten.

Ga naar Dag 7